Je zou denken dat het kopen van een nieuwe tafel leuk is.
Eerst fantaseren over welke stijl je mooi vindt. Welke kleur precíes past bij je nieuwe kamer. Eenmaal 328 plaatjes op Pinterest opgeslagen van wat je wilt, komt de kick van hem zo goedkoop mogelijk vinden. Bam! Gevonden. Kopen. Inrichten. Eten.
Ja. Je zou denken dat het kopen van een nieuwe tafel leuk is. Ja. Nou. Niet in mijn hoofd.
Want ik ben bang voor de dood.
En als ik al dénk aan het kopen van een nieuwe tafel of bank, komt er iemand om de hoek kijken. We noemen hem even Joop. Voor het gemak. Ik ken Joop al een tijdje. Sinds mijn 16e zag ik hem voor het eerst, al was ie er al veel langer. In allerlei gedaanten. Groots. Als een donderwolk, waarvan je niet weet wanneer hij losbarst. Kriegelend, als een spinnetje in je nek. Of zeurend, als een té rechte stoel tijdens een vergadering. Joop komt in velen vormen, maar altijd met dezelfde boodschap:
Jij kan.
Elk moment.
Doodgaan.
Ik heb begrepen dat er mensen zijn die hier niet aan denken en/of dit dodelijke feit rijkelijk negeren. Maar andere mensen, ik noem geen namen, denken hier elke dag aan.
Ken je van die verhalen van mensen met een bijna dood ervaring? Altijd eindigend met: wees dankbaar voor wat je hebt Leken, het kan elk moment voorbij zijn. I KNOW! Zeg ik dan tegen de tv.
Alleen ik weet het niet, niet helemaal. Want die rust. Die bijna engelachtige rust over hun gelaat. Die ken ik niet. De Het is mooi. Het is vredig. Die ken ik niet.
Ik ken alleen de volledige zinloosheid die ik voel als ik denk aan het kopen van een nieuwe tafel. Want, waaróm? Wat heb ik er aan? Ik kan elk moment doodvallen door een dichtgeslipte, ach how unfortunate, halsslagader. Ik kan elke ochtend worden aangereden als ik het vuilnis buiten zet. Ik kan elke avond vermoord worden door een nieuwe creep in een wegrestaurant aan de A6.
Hoe doe je dat? Genieten van je interieur als er een guillotine boven je hoofd hangt?
Ik heb begrepen dat er mensen zijn die veilig zijn opgegroeid. Veilig gehecht. Geen chronische fight or flight, maar gezonde volwassenen. Nou, ik ken ze niet. En ik vertrouw ze trouwens ook niet. Misschien omdat ik me niet kan voorstellen dat alles gewoon goed kan gaan. Wacht maar. Na een paar weken ontdek ik wel jou fucked up overlevingspatroon.
Op zijn best gezegd ben ik een mocktail van speels kind, empathie, glimmers & een window of tolerance waar ik baantjes in kan zwemmen. Op zijn slechtst gezegd ben ik een cocktail van onveilige hechting, generationeel trauma, patriarchal battle fields & een interne blauwdruk van gevoeligheid. AKA een basisgevoel van: everything will go to shit anyway.
Vanaf mijn 16e heb ik alles geprobeerd. Noem een random woord, zet er ‘therapie’ achter, ik heb het geprobeerd. Alles om maar van die angstaanjagende, allesverlammende doodsangst af te komen. Een jaar geleden had ik bijna alle hoofdstukken van het levensboek ‘How To Kill your Fear of Death’ (pun intened) gelezen. Nog maar één hoofdstuk te gaan: Acceptence.
Ik was er bijna. Dus toen ik een week geleden bedacht: ik ga nu eindelijk mijn rommelkamer ombouwen tot een mooie muziekkamer, had ik niet gedacht dat Joop aka De Dood weer om de hoek kwam kijken.
Ik kende dit. Im not gonna let it fuck me up. Dus verstand op 0. Niet nadenken, maar doen. Schuren, schilderen. Maar ondertussen dacht ik natuurlijk wel. En ik herinnerde me iets waar ik veel over heb gelezen In de boeken die ik lees over creativiteit. Boeken over creativiteit ontblokken. Over de innerlijke authentieke kunstenaar in jezelf omarmen. Over door je angst, door je excuusjes, door je uitstelmomenten heen bewegen.
You’re on the right track when you feel scared as shit.
Ik ben gewoon bang. Bang om er voor te gaan. Bang om 133,- uit te geven aan verfspullen. Bang om de rommel achter me te laten, en iets te bouwen waar mijn creativiteit kan floreren. Bang om voor mijn droom te gaan. Bang. Om het allemaal te verliezen. Dat ik het liever niet eens vastpak.
Ik heb lang zo geleefd. Numb. In coma. Halflevend. Halfdood. En ik had niet anders gekund. Dit is geen als je het maar wilt kun je alles-bullshit. Ik kon niet anders.
Terugkijkend op mijn zware jaren valt mijn bek open van ongeloof en in awe of myself. Hoe ik nog ademde. Na alle pijn. Na alle zwaarte op mijn borst.
En nu valt mijn mond nog verder open. Want ik schrijf nu aan De Tafel. IK SCHRIJF AAN DE FUCKIN TAFEL. De tafel die staat voor alle angsten die ik heb doorleefd. De tafel die staat voor de droom die ik stapje voor stapje meer en meer leef.
Godverdomme, wat overleven we veel als mensen. Wat zijn we sterk. Niet in de grootse dingen, maar de ogenschijnlijk kleine dingen.
x
Comments